Taalgebruik

Als gevolg van de merkwaarden, de stem en de toon zijn er bepaalde woorden en zinnen die we liever niet gebruiken. Ze zijn te formeel, te omslachtig, te Engels, te trendy, te cliché of passen om andere redenen niet bij ons.

In dit hoofdstuk vind je verschillende voorbeelden van woorden en zinnen die we wel en niet gebruiken. Sommige woorden zijn over het algemeen minder geschikt; die zouden voor ieder bedrijf en iedere situatie moeten gelden. Andere woorden zijn specifiek voor ons niet passend.

Standaard en cliché taalgebruik

Of het nu gaat om een blog, een CTA of een social post: in alle gevallen vermijden we té standaard taalgebruik.

Voorbeelden

‘Acquisitie op basis van deze vacature wordt niet op prijs gesteld; wij houden werving en selectie graag in eigen beheer’.

Deze zin kun je in Google plakken en dan krijg je 281.000 resultaten. Dat mag iets vindingrijker, prikkelender en meer ‘op maat’.

Bijvoorbeeld:

‘Acquisitie op basis van deze vacature? Nee, dank je! Wij zorgen ook voor ónze vacatures voor resultaat. Als je toch belt moet je wekelijks onze bedrijfsauto poetsen en de koelkast voor de vrijmibo aanvullen.’

Nog zo’n zin: ‘Kom jij ons team versterken?’. 200.000 resultaten op Google. Gebruik hier liever een unieke mogelijkheid die de vacature biedt, eventueel in combinatie met waar je naar op zoek bent, bijvoorbeeld. En dus niet: ‘Ben jij of ken jij…’.

We gaan dus ook nooit op zoek naar ‘de spin in het web’ of ‘de creatieve duizendpoot’. Een CTA is nooit zomaar (of alleen maar) ‘klik hier’ of ‘downloaden’. Een dooddoener als ‘Online marketing: je kunt er niet omheen’ zullen wij nooit (meer) gebruiken in onze blogs.

En als kers op de taart: ‘wij geloven in de kracht van digitale marketing’ vliegt met mach 3 uit het raam. ‘De Paus gelooft in de kracht van het christendom.’ ‘De KNVB gelooft in de kracht van voetbal.’ Wel zo handig, dat je gelooft in de kracht van de branche waarin je actief bent. ‘Wij geloven niet echt in de kracht van digitale marketing, maar: hier heb je een webshop, een SEA-campagne en een contentstrategie’. Dat klinkt ook niet echt lekker.

Wel klinkt ‘wij geloven in de kracht van…’ lekker stoer. Lekker poëtisch. Religieus, bijna. Maar door dat te koppelen aan zoiets basaals als je primaire dienstverlening verliest het z’n kracht, als je er kritisch naar gaat kijken.

Dus: vermijd clichés

Eigenlijk moet je bij iedere tekst bedenken of jouw tekst niet te inwisselbaar is. Is jouw tekstje er een die je regelmatig tegenkomt? Dan zouden we ‘m moeten vermijden. Kijk bijvoorbeeld naar de coronacrisis: ‘het zijn bizarre tijden’ was al na enkele weken een cliché.

Vraag jezelf dus af of je tekst niet te cliché is, of dat je niet een open deur intrapt.

Vakjargon

In ons vak ontkom je er niet aan af en toe wat jargon te gebruiken. Als we het over een CTA hebben, weet iedereen bij ons wat we bedoelen, en onze klanten vaak ook. Maar soms verzanden we in vakjargon.

Voorbeelden

Neem nou conversieoptimalisatie: als je het goed schrijft is het niet alleen een lang woord, maar het ‘voelt’ ook als behoorlijk jargon.

Zouden we dat niet gewoon ‘meer resultaat met je website’ noemen bijvoorbeeld?

En iets simpels als ‘content’ kan ook gewoon ‘inhoud’ heten.

Specialisten als we zijn, zijn die termen voor ons gesneden koek. En soms dus ook voor onze klanten. In alle gevallen moeten we ons in de lezer verplaatsen: is die bekend met de term? Dan kunnen we ‘m gerust gebruiken. Hoe algemener de term, hoe groter de kans dat wij ‘m gebruiken. En is de term wat ‘wolliger’? Dan kun je ‘m nog steeds toepassen, alleen leg je ‘m dan eerst een keer uit. In de vervolgtekst kun je die term dan gewoon gebruiken:

‘Een CTA is een ‘call to action’: een letterlijke aanzet tot actie op je website. Denk bijvoorbeeld aan een ‘Koop nu’-knop, een knop om een handleiding te downloaden of een linkje waarmee je de lezer vraagt om verder te klikken. Maar hoe zorg je voor de best presterende CTA?’

Hetzelfde is toe te passen op de eerdergenoemde term conversieoptimalisatie:

‘Met conversieoptimalisatie zorg je ervoor dat je website beter aansluit bij de behoeften en wensen van je websitebezoekers. Zo kun je zorgen voor meer bezoekers, meer downloads of meer omzet, maar altijd: meer resultaat. Zó gaan wij te werk als we conversieoptimalisatie toepassen op jouw website of webshop.’

Engelse termen

Probeer Engelse termen zoveel mogelijk te vermijden, tenzij er geen goed Nederlands alternatief is of de term zo ingeburgerd is dat het de meest logische optie is.

Voorbeelden

Neem het woord ‘marketeer’. Daar is geen beter Nederlands alternatief voor – tenzij jij ‘vermarkter’ wél okee vindt. ‘SEO’ noemen we dan weer ‘zoekmachineoptimalisatie’ bij het volledig uitschrijven, en niet ‘search engine optimization’. Maar: voor branding is het Nederlandse woord ‘brandmerken’ dan weer minder geschikt om in gewone tekst te gebruiken. Het zou wel een prima kop kunnen zijn om brandmerken als metafoor te gebruiken in een blog over branding.

In dit geval is het woord ‘branding’ bovendien ook ‘op zijn Nederlands’ te lezen, zoals bij ‘rots in de branding’. Zodra dat in een tekst het geval is, geven we het woord de eerste keer cursief weer. Zoals hierboven. Daarna kun je het gerust over branding hebben zonder het woord aan te passen. Hetzelfde doen we voor wat onbekendere Engelse termen die we niet kunnen vermijden. In dit geval zou de term ‘merkpositionering’ ook een geschikt alternatief kunnen zijn.

Zo doe je dat:

Juist zorgt voor jouw passende branding.

  • Branding is in dit geval onze dienst.

Juist is jouw rots in de branding.

  • Branding is in dit geval een Nederlandse term.

Juist is jouw rots in de branding.

  • Branding is in dit geval zowel een woordgrap als onze (Engelstalige) dienst.

Belangrijke noot: deze regels overstijgen de designregels niet. Engelstalige termen die onderdeel zijn van het design krijgen dus geen aparte stijl mee. Dat geldt ook voor andere opzichzelfstaande anglicismen (want zo heten die Engelse termen), zoals koppen, CTA’s en titels.

Jeukwoorden en vaagtaal

Woorden waar je jeuk van krijgt. Misschien direct, misschien pas als je er iets beter over nadenkt. Maar ze worden vaak te pas en te onpas gebruikt. Soms om ‘nee’ te zeggen, maar te doen alsof dat niet zo is. Soms om eigenlijk helemaal niets te zeggen, of te doen alsof je iets zegt.

Soms is het woord gebruiken niet zo erg; soms is het echt not done, om er maar een jeukwoordcombi in te gooien. Soms worden ze gebruikt omdat iedereen ze gebruikt, dus ‘doe ik het ook maar’.

In de meeste gevallen gebruikt men jargon, vaagtaal of jeukwoorden om interessant(er) te klinken. Dat past niet bij ons. En tóch het zit er wel een beetje in, hè?

Geeft niet. Iedereen gebruikt die woorden wel eens. Maar we gaan het wel minder proberen te doen.

Voorbeelden

  • Stakeholders = betrokkenen, belanghebbenden
  • Iets aangeven = iets zeggen/mailen/appen
  • Ontzorgen = helpen, begeleiden, ondersteunen, verzorgen, coachen, uitvoeren, regisseren…
  • Een kwaliteitsslag maken = het moet beter
  • Een stukje = gewoon een totaal onnodig woord
  • Uitnutten = benutten, gebruiken
  • Ergens een klap op geven = het gaan doen
  • Doorpakken = iets gaan doen
  • Dat is wel een dingetje = dat is een probleem/daar moeten we op letten
  • Dat is niet mijn ding = dat vind ik niet leuk/niet bij mij passen
  • Stip op de horizon = dat willen we gaan doen
  • Als je ’t plat slaat = simpel gezegd, oftewel
  • We nemen het mee = als je het meent: ‘dankjewel voor je opmerking, ik ga er wat aan doen’… maar meestal bedoelt men ‘ik doe alsof ik er iets mee ga doen’

Een voorbeeld van een slechte zin, vol jeuk:

“Onze stip op de horizon is volgend jaar een stukje terugkoppeling van de target audience uit te nutten om de customer journey te optimizen.”

Zo kan het ook:

“We willen volgend jaar reacties van de doelgroep gebruiken om de klantreis te verbeteren.”

Simpeler, concreter en zonder onnodige opsmuk.

En dan kun je je zelfs nog afvragen of ‘klantreis’ niet een jeukwoord is…

Hoe dan ook: in uitingen van Juist proberen we de duidelijke jeukwoorden zoveel mogelijk te vermijden. Daarin hoeven we ook weer niet door te draven. ‘Een stip op de horizon’ klinkt soms stiekem best lekker, bijvoorbeeld.

Formeel/gewichtig/oubollig taalgebruik

Dan zijn er ook nog jeukwoorden en -zinnen die veel simpeler kunnen. Zakelijke, formeel klinkende woorden waarvan je niet weet waarom je die eigenlijk gebruikt, als je er goed over nadenkt. Ook deze taalconstructies worden vaak gebruikt om een tekst meer gewicht mee te geven, omdat iemand ze ‘lekker zakelijk’ vindt of gewoon omdat de schrijver dat soort formeel/oubollig taalgebruik gewoon gewend is. En waarom? Geen idee. Want zo’n tekst is vaak helemaal niet lekker(der) leesbaar.

Voorbeelden

Neem deze overdreven zin:

‘Indien de webshop welke men bij Juist afneemt niet naar blieven functioneert, kan men niet enkel door middel van een telefoontje het probleem melden: u kunt tevens een supportticket aanmaken of een e-mail toezenden.’

Dat kan veel simpeler:

‘Heb je een probleem met je webshop? Dan kun je ons bellen, mailen of een supportticket aanmaken.’

Deze zin past veel meer bij het merkpersoonlijkheidsmodel van Juist. Bij het eerste voorbeeld zou je vooral kruisjes zetten aan de rechterkant van het model.

Nog wat voorbeelden van woorden die we liever niet en liever wél gebruiken:

  • Hedendaags – nu, tegenwoordig, of weglaten (‘is’ = al tegenwoordige tijd en het is een beetje een dooddoener. Dus: ‘Hedendaags is online marketing onmisbaar’ – ‘Online marketing is onmisbaar’ – maar eigenlijk is het zo’n inkoppertje dat je zo’n zin niet zou moeten gebruiken)
  • in de zin van – omdat (bijv.)
  • Door middel van – met
  • Welke – die/dat (echt, doe de Creatief Directeur een lol en gebruik NOOIT ‘welke’ in plaats van ‘die’ of ‘dat’)
  • Zeer – heel
  • Enkel – alleen
  • U – je 
  • En/of – gewoon ‘en’, of: ‘of’. Snapte?
  • Tevens – ook
  • Indien – als
  • Men – je

Kreten

Deze kreten keren regelmatig terug. Je bent niet verplicht deze overal te gebruiken (of om ze überhaupt te gebruiken), maar op de website zul je ze bijvoorbeeld op bijna iedere pagina terugzien.

  • Want dan weet je wat juist is.
  • Ook weten wat juist is?
  • Wij weten wat juist is.
  • Wat is juist? Wij zijn juist.

Hashtags

Dit zijn voorbeelden van hashtags die we gebruiken:

  • #juist
  • #wijzijnjuist
  • #werkenbijjuist
  • #wetenwatjuistis
  • #datisjuist
  • #hetjuisteantwoord
  • Aan te vullen met goede ideeën van collega’s!

Onszelf

We praten over Juist in de eerste persoon. Daarom zeggen we vooral ‘we zijn’ en niet ‘Juist is’, bijvoorbeeld. Een uitzondering is wanneer we de ambigue betekenis van het woord ook dubbelzinnig bedoelen. ‘Ook weten wat Juist is?’ is zo’n voorbeeld.

We gaan ook onze collega’s zoveel mogelijk benoemen (en taggen) in social posts. Heb je een blog geschreven? Dan ben jij de auteur van het blog en wordt dat benoemd.